Tag: Boek V. Een jacht in den nacht met stille
Hoofdstuk VIII. Het raadsel wordt duisterder
Het kind had haar hoofdje op een steen gelegd en was in slaap gevallen. Valjean zette zich aan haar zijde en aanschouwde haar. Allengs, en hoe langer hij haar aanzag, werd hij rustiger en herkreeg zijn tegenwoordigheid van geest. Duidelijk erkende hij deze waarheid, den grondslag van zijn...
Hoofdstuk IX. De man met de schel
Valjean ging rechtstreeks op den man af, dien hij in den tuin zag. Hij had de rol geld in de hand genomen, welke in zijn zak was. De man boog het hoofd en zag hem niet naderen. Met een paar schreden was Jean Valjean bij hem en riep hem toe: „Honderd francs!” De man rilde […]
Hoofdstuk X. Waarin verhaald wordt hoe Javert niets ontdekt
De gebeurtenissen, waarvan wij, om zoo te spreken, de rugzijde hebben gezien, hadden zich op de eenvoudigste wijze toegedragen. Toen Jean Valjean – in denzelfden nacht dat Javert hem bij het sterfbed van Fantine in hechtenis nam – uit de stadsgevangenis van M. sur M. vluchtte, vermoedde...